Kaderstellers en regievoerders

De deuren van de stoptrein naar Rotterdam gingen open. Mensen stapten uit. Ik kon nog net een alinea lezen van het strategierapport. De kaderstellers en de regievoerders moesten geïntegreerd worden, meldde die alinea. Een paar consultants hadden de zaak onderzocht en de conclusie was helder: de kaderstellers en de regievoerders moesten geïntegreerd worden. Voor me hielp een man een oudere vrouw met het afstapje. De consultant schreven verder: Mogelijk wat andere rol in de beheersing vanuit het wettelijk kader. Ik las de zin nog een keer. En nog een keer. De consultants hadden besloten dat werkwoorden niet langer vanzelfsprekend waren in de nieuwe strategie. De omgeving werd steeds veeleisender, zoveel was duidelijk Ik rolde het strategierapport op en schuifelde naar de deur. Net voor ik in wilde stappen hoorde ik gitaarklanken. De lijn naar Rotterdam kent een kleine schare gitaarspelers die zich niet zozeer op het spelen heeft toegelegd, als wel op het inzamelen van een publieksbijdrage. Even overwoog ik naar de volgende deuropening te lopen. Maar afwijken van een voorgenomen handeling is niet mijn sterkte punt. Ik stapte in, ging op een klapstoeltje zitten en ontrolde de strategienota. De gitaarspeler zat recht tegenover me. Afgetrapte spijkerbroek en gympen waar geen zool meer onder leek te zitten. De deuren werden gesloten. Ik worstelde met de volgende alinea van de strategienota. De onderlinge coördinatie en afstemming van ieders productenpalet. Ook zonder werkwoorden was het belang daarvan duidelijk. Toen pas drongen ze tot me door. De gitaarklanken. De jongen speelde een barok menuet. Gemanicuurde vingernagels vlogen over de snaren en raakten ze heel licht aan. Zachte en toch heldere klanken. Een melodische lijn die maar niet wilde oplossen. Telkens als het rustpunt gekomen leek, nam de melodie een andere wending. Ik voelde ineens tranen opwellen. Opwellen, meer was het niet. Zodra ik het merkte, was het over. Tot aan mijn halte kon ik mijn ogen niet van zijn vingers afhouden. De trein stopte en ik werd me weer bewust van de strategienota op mijn schoot. Ik rolde hem op, terwijl de jongen zijn gitaar in een koffer legde. Hij stapte voor me uit. Even kwam ik in de verleiding hem achterna te lopen. Ergens in de stad zou hij verder spelen en niets hield me tegen daarbij te zijn. Maar ik had een afspraak bij het kantoor van een ambtelijke organisatie. Om een second opinion te geven over hun strategienota. Ik zou ook iets gaan zeggen over kaderstellers en regievoerders. En me daarvoor laten betalen.