Wachten op groen

Deze week ben ik voor mijn werk in Hyderabad, India. Ik wilde nooit naar India. Mijn lage drempel voor schuldgevoelens maakte me huiverig voor de confrontatie met armoede en bedelaars. Die vrees bleek niet onterecht, al is het gelukkig niet allesoverheersend. We verplaatsen ons met gele driewielige voertuigen, een soort riksja?s met een brommermotor. De voertuigen zijn open. Bij elk kruispunt met verkeerslichten, lopen er bedelaars tussen de voertuigen. Voornamelijk kinderen, vaak met een comateus ogende baby op de arm. Bedelaars raken je volop aan. Ze tikken op je been, trekken aan je arm, net zolang tot het voertuig weer gaat rijden of tot je geld geeft. Er zijn weinig verkeerslichten in Hyderabad, maar ze staan wel erg lang op rood. Tien, vijftien minuten is niet ongewoon. Over het algemeen zit ik bevroren te wachten tot het licht op groen staat. Zo gespannen dat zelf geld geven een onhaalbare opgave lijkt. Twee keer gaf ik geld, waarop meteen andere kinderen zich meldden bij het voertuig. De chauffeurs van het voertuig kijken af en toe over hun schouder met een medelijdende blik. Ik weet niet of die voor mij of voor het kind is bedoeld. [[popup:IMG_7391.jpg:(thumbnail)::0:center]] [[popup:IMG_7405.jpg:(thumbnail)::0:center]]