Op vakantie in eigen land

Het avontuur lonkt en afgelopen woensdag lonkte het vanuit Barendrecht. Een paar honderd boze burgers kwamen die avond bijeen in het lokale theater.

Ik herinnerde me televisiebeelden van diezelfde boze burgers in datzelfde theater, afgelopen najaar. Toen kwamen twee ministers uitleggen dat de voorgenomen CO2-opslag onder Barendrecht veilig, nuttig en noodzakelijk was. Het journaal verkneukelde zich toen over beelden van ongemakkelijk kijkende bewindsvrouwen, afgewisseld met beelden van burgers in de zaal, met hun priemende vingers en bijtende zinnen in de richting van de ministers op het podium.

Een paar weken geleden kwamen twee actievoerders tegen de CO2-opslag bij mij op bezoek. Op zoek naar wetenschappers die wilde spreken op hun symposium. Je kunt een pastoor vragen om de wielerkoers te zegenen. Zo worden wetenschappers gevraagd om meningen te zegenen.

Ze hadden allerlei wetenschappers gevraagd en die hadden allemaal geweigerd. En nu waren ze bij mij uitgekomen. Ze wisten zelf ook niet goed waarom. Iemand had mijn naam genoemd, meer wisten ze niet. Meer hoefden ze ook niet te weten. Een naam was meer dan geen naam.
    ‘Waar doet u eigenlijk onderzoek naar?’ vroeg een van de actievoerders.
    ‘Kunt u misschien iets met dit onderwerp?’ vroeg de ander hoopvol.
    ‘Wat vind u van burgerlijke ongehoorzaamheid?’ vroeg de een.
    Ik dacht aan de beelden van de zwetende ministers en nam de uitnodiging aan. Op vakantie in eigen land, dat was ongeveer de gedachte. Ik had geen idee wat ik er zou gaan vertellen.

Afgelopen woensdag meldde ik me in de foyer van het theater. Er heerste een gezellige drukte. Een ding konden we alvast concluderen: het maatschappelijk verzet gaat onberispelijk gekleed en heeft een voorliefde voor cappuccino.

(Wordt vervolgd.)