Mensen waar ik vroeger bang voor was

Al maanden werk ik aan een aanvraag voor een Europese onderzoekssubsidie. Ik vroeg zes universiteiten en een bedrijf om mee te doen. Inmiddels ben ik dertigduizend woorden verder – en 28 tabellen, negen figuren, een PERT diagram en een GANTT diagram.
    Ik heb Europese subsidies altijd gemeden, om uiteenlopende redenen. Die luxe kan ik me niet meer permitteren.
    Morgen is de deadline. Ik werkte het weekeinde aan het vervolmaken van alle werkplannen. Een onwaarschijnlijk priegelwerk met Milestones en Deliverables. Ik raakte in een soort trance.
    Net toen alles gereed was, kreeg ik een mail van een onderzoeker uit Cambridge, de wereldwijde autoriteit op het gebied van de aanvraag. Hij wilde toch meedoen.
    Mijn vrouw vroeg hoe het ging. Ik vertelde dat ik de werkplannen, begrotingen en een paar diagrammen moest overdoen omdat Cambridge ineens was ingestapt.
    ‘Zijn dat de mensen waar je vroeger bang voor was?’ vroeg ze.
    Het waren inderdaad die mensen.
    ‘Waarom lach je me uit?’ vroeg ze.
    Ik zei dat ik haar niet uitlachte. Ik was het vergeten. Een ogenblik voelde ik heimwee naar die angst.