Grimmige voldoening

Om kwart voor twaalf ’s avonds zou ik een kort radio-interview geven voor Met het oog op morgen van Radio 1. Ze stuurden me naar de studio van de regionale omroep West in Den Haag. Daar zou een verbinding met de studio in Hilversum worden gemaakt.
    Ik belde aan bij de studio, maar niemand deed open. Even later kwam een vrouw naar buiten en ik glipte achter haar naar binnen door de sluitende schuifdeuren.
    De hal was verlaten.
    Toen verscheen een man die vroeg voor wie ik kwam.
    Ik zei dat ik kwam voor een opname voor Met het oog op morgen.
    ‘Daar weet ík niks van,’ mompelde de man.
    Zonder iets te zeggen verdween hij in een regieruimte. Ik besloot hem te volgen.
    ‘Dat is niet aan mij doorgegeven,’ zei hij. Met een muis scrolde werktuiglijk hij door een emailvenster, alsof hij mij wilde bewijzen dat hij niet geïnformeerd was.
    Na een moment waarin we zwijgend tegenover elkaar stonden, besloot hij mij alvast maar achter een microfoon te zetten in een andere ruimte.
     Ik zag hem, achter het glas, bellen. Het enige dat ik kon verstaan was: ‘Nee, ik óók niet.’
    Uiteindelijk werd de verbinding opgebouwd.
    De regie in Hilversum vroeg of ik even iets wilde zeggen.
    ‘Zomaar iets zeggen?’ vroeg ik.
    Dat was voldoende.
    Even later kwam de man het kamertje binnen, trok de microfoon bij me weg en zei: ‘Hallo. Hallo Hilversum, hier West. Hoort u mij?
    Er kwam geen antwoord.
    Ik vroeg wat hij wilde vragen aan Hilversum.
    ‘Of ze even een factuurtje willen sturen. Nou moet ik het weer doen.’
    Hij vroeg nog een keer of Hilversum hem kon horen.
    Toen duwde hij de microfoon weer terug in mijn richting.
    ‘Wij luisteren wel naar Hilversum, maar Hilversum niet naar ons,’ constateerde hij met de grimmige voldoening van iemand die weet hoe de wereld in elkaar zit.