Het hoogtepunt uit mijn loopbaan

Alles moest in dozen. Morgenmiddag word ik samen met 500 andere medewerkers naar een nieuwe kamer verhuisd.
    Mijn collega’s waren naar huis. Ik zette luide muziek op en begon met het vullen van de papiercontainer. Artikelen die ik ooit had gelezen. Artikelen die ik ooit had moeten lezen. Een halve meter afstudeerscripties. Twee ongeopende dozen met exemplaren van mijn proefschrift. Stapels oude tentamens.
    Ik kwam drie dozen tegen van de vorige verhuizing. Nooit meer ingekeken. Nieuwsgierig trok ik een vuistdikke stapel papier uit een doos. Het bleken stukken van een samenwerking die nogal pijnlijk geëindigd was. Toen besloot ik dat ik geen tijd had voor nostalgie.
    Achter een rijtje boeken trof ik twee sledes met dia’s. Relikwieën van een oude beschaving van voor de uitvinding van Powerpoint. Ik had de neiging om ze te bewaren zodat iemand ooit nog zou kunnen grijnzen om deze curiositeit. Maar ik kon niet verzinnen welke iemand dat zou zijn.
    Halverwege het uitruimen van de twee boekenkasten, stuitte ik op anderhalve meter publicaties van mijn hand. Alles wat ooit was uitgekomen met mijn naam erop. Veel daarvan in meerdere exemplaren, om uit te kunnen delen. Nu, jaren later, stond het nog steeds klaar om uitgedeeld te worden.
    De oogst van een kleine twee decennia wetenschap. Ik zag titels die wanhopig probeerden te ontsnappen aan de futiliteit van de observaties die in de pagina’s erna uitputtend werden omschreven. Ik zag een dun rijtje publicaties, als een jaarring, van een periode waarin ik wetenschapper was bij gebrek aan een beter idee. Het was lang geleden dat ik aan die periode had gedacht. Ik zag een boek dat uitgegeven was door Oxford University Press en dat lange tijd het hoogtepunt was geweest uit mijn loopbaan. Misschien was het dat nog steeds.
    In de bureaulade had ik een cheque gevonden van Oxford University Press voor de royalties van het hoogtepunt uit mijn carrière: $13.03. Ik had de cheque nooit geïnd omdat de verwerkingskosten van de cheque hoger waren dan het bedrag dat erop stond.

[[popup file="cheque.jpg" description="(thumbnail)" ]]

    Er drongen zich rekensommen aan me op over het aantal uren van mijn leven dat op die kastplank was achtergebleven.
    Maar ik zei al, ik had geen tijd voor nostalgie.
    Een paar planken daaronder trof ik een serie bakjes met een opbergsysteem dat ik niet meer kon achterhalen. In een van de bakjes lag een tekening van Kamagurka. ‘Het ruikt hier naar onzin,’ luidde de tekst. Uit een periode waarin ik dacht dat zelfspot een effectief antwoord was. Die periode duurde nogal lang.
    Ik schoof alles in een doos.
    Er verscheen een man in de deuropening die een formulier op de deur plakte met instructies voor de verhuizers.
    Hij keek een ogenblik naar me. ‘Redelijk melodramatische muziek,’ zei hij.
    Ik knikte. Het was iets larmoyants van Nick Cave.
    Toen de man weer weg was, zette ik andere muziek op. Het quotum zelfmedelijden was wel weer op dit jaar.
    Een uur later was ik klaar. In de gang trof ik onze twee Iraanse medewerkers. Ze waren nog aan het inpakken.
    De jongen vroeg of ik veel had weggegooid.
    Ik zei dat ik alles snel in dozen had gekwakt. Dat de aanblik van mijn eigen publicaties te deprimerend was om te selecteren wat kon worden weggegooid.
    Hij schudde zijn hoofd en zei: ‘Ik hoop dat ik ooit zo gedeprimeerd word als jij.’