De zwetende mens

We gingen dus naar een zweethut. Daan had me een paar keer over zijn ervaringen verteld en de laatste keer had ik mezelf uitgenodigd. Daar moest hij even over nadenken. Ik sta niet bekend om mijn ruimhartige bejegening van de zwetende medemens. Uiteindelijk stemde hij toe.
    We vroegen Wijn ook mee. En zo arriveerden we op een zaterdagochtend gedrieën in een bos tussen Nijmegen en Venray. De leider van de ceremonie zat met een bekertje koffie te wachten aan een picknicktafel, naast een tipi.
    Een voor een arriveerden de andere deelnemers – drie vrouwen en een man op een motor. De ochtend werd besteed aan voorbereidingen. We hakten brandhout, versleepten stenen en bouwden de hut door tientallen dekens te draperen over een iglovormig skelet van boomtakken.
    Na de lunch begon de ceremonie met het plaatsen van de stenen op de vuurstapel. Na negen rituele stenen, mochten de deelnemers enkele stenen aan iets opdragen. De vrouwen droegen stenen op aan de lente, de liefde en de natuur. De motorrijder droeg een steen op aan het wegennet. Dat nam me voor hem in.
    Ik overwoog een steen op te dragen aan de onverbiddelijkheid, maar ik merkte dat ik de lettergrepen opspaarde in mijn mond, als een fluim die ik de anderen voor de voeten zou spugen. Het leek me beter een ander woord te zoeken. Voordat het zweten begonnen was, verdiende de medemens het voordeel van de twijfel. Daarna vermoedelijk ook.
    De brochure had gesproken over het in contact komen met jezelf. Sommige van die contacten zou ik liever beperken tot verjaardagen en een kaartje met Kerst.

(Vervolg: klik.)