Iets moois

Na afloop van het interview, vroeg ik aan de journaliste van RTL Nieuws wat ze onder mijn naam zou zetten, aan het begin van het journaalitem. Dat vond ze een goede vraag.
    De cameraman had een shot nodig waarin ik zou doen alsof ik aan het werk was. Ik begon zo geloofwaardig mogelijk op mijn toetsenbord te tikken.
    Ik wilde dat ze vroeg wat mijn functie was. Niet dat ze die informatie zou gebruiken. Het zijn teveel woorden voor het kleine balkje dat maar even in beeld komt. Maar ik vond dat ze het moest vragen. En dan kon ik zeggen dat hij te lang was om het in het balkje te zetten.
    Eigenlijk wilde ik dat mijn titel genoemd zou worden. Het is een ontnuchterende constatering dat je je gehecht hebt aan een handvol letters. Alsof de jaren die eraan voorafgingen anders tevergeefs waren. Het is een beetje als met boeken die me niet bevallen: die lees ik toch uit. Niet uit plichtsbesef of een ander nobel motief, maar als een vorm van wraak op het boek. Door het uit te lezen, hoef ik het verlies niet te accepteren, de gedachte dat de uren die er al in gestoken zijn tevergeefs waren. Je kunt het ook hoop noemen.
    Maar goed. Ik durfde haar niet te vragen of ze de titel wilde gebruiken, want dat zou onbescheiden overkomen. Twee ijdelheden streden om voorrang, maar het was een ongelijke strijd.
    Ik vroeg of ze er in ieder geval niet telecomexpert onder wilde zetten, of iets dergelijks.
    ‘Zo werd je in de radiojournaal aangekondigd, hè?’ zei ze. ‘Het klonk inderdaad een beetje raar.’
    Ze beloofde dat ze er iets moois van zou maken.
    Toen ik het item ’s avonds op televisie zag, vergat ik te kijken naar het onderschrift. Een ongeschoren kop debiteerde een tegeltjeswijsheid.
    Later keek ik het fragment terug en las ik de woorden die mijn aanwezigheid in het item moesten verklaren: ‘Technologie deskundige.’ Met spatie. Het klonk als een grap. Nee, het was een grap.
    De vrouw had haar woord gehouden.