Blauwe belegering

De demonstratie van vier agenten keek even naar de langsrijdende tram 1 ? de overvolle tram naar het strand.

Ze stonden niet bij elkaar, de vier agenten, maar willekeurig verdeeld. Even verderop stond een tentje met een leeg podium. Door de luidsprekers schalde Je loog tegen mij. Het geluid kaatste hol heen en weer tussen het stadhuis en het ministerie.

Ik heb een zwak voor mislukte demonstraties. Mislukte demonstraties zijn de enig verteerbare demonstraties. Stiekem hoop ik altijd dat ze mislukken. Lonen die nog verder worden ingekort. Pensioenen die op de lange baan worden geschoven. Vakantiegeldregelingen die uitgekleed worden. Misschien hebben mijn ouders niet genoeg geklaagd, vroeger, waardoor ik nu geen tolerantie heb voor klagen.

Iemand die bij het ministerie werkte zei dat ze geen last had van de demonstratie. Ze kon best begrijpen dat agenten demonstreerden. Bovendien deden ze het in hun vrije tijd.
Toen ik dat laatste hoorde, was de pret een beetje uit het verhaal.

Aan het einde van de middag kwamen we terug van het strand met tram 1. Er waren meer agenten. Twintig of daaromtrent. De meesten hingen keuvelend tegen de balustrade of rond hoge witte tafeltjes. Geef Nederlanders een paar hoge witte tafels om rond te hangen en ze hebben het gezellig.

Twee agenten tennisten met een stuiterballetje. De muziek stond een stuk zachter.