Berichten uit de anonimiteit

Ik was nog niet helemaal klaar met Peter. Hij meende dat ik niet tegelijk elitair en anoniem kon zijn.
Vorige week leek dat mij de moeite waard om op te reageren.
Dat vind ik nu ook verrassend klinken, ja.
Enfin.
Ik bedacht dat ik daar allang iets over geschreven had. Over hoe ik als aspirant-lid van de elite telefoneerde met een meneer die aanzienlijk eliteriger was.

Verder vond Peter dit weblog een argument tegen mijn anonimiteit. Geloof ik. Zeker weten doe je het niet met Peter.
Hoe dan ook, inmiddels weten we zeker: een weblog is de meest effectieve vorm van anonimiteit.
Er worden er 12344567456 per minuut begonnen – pin me even niet vast op het precieze nummer. Er zijn meer weblogs dan atomen in het universum.
Zodra je een weblog begint komt iemand in een overall langs om de laatste restjes van wat je ooit je persoonlijkheid noemde veilig af te voeren in een stralingsvrije container. In plaats daarvan abonneer je jezelf op een honderd procent onderhoudsvrije collectieve identiteit die bestaat uit rondzingende meningen, herkenbare emoties en ongevaarlijke zelfinzichten.
Anonimiteit was nog nooit zo onderhoudend.

En toen, aan het einde van Peters laatste openbaring, viel ook nog dat andere woord: integriteit.
Tja.
Ik word daar wat onrustig van.
Net als van die andere term: authenticiteit.
Het lukt ons niet eens om vast te stellen of schilderijen van Rembrandt authentiek zijn. Hoe dat dan moet met personen, is me nooit duidelijk geworden. Misschien dat anderen het wel weten. Maar bij de term authentiek moet ik altijd denken aan zelfgekleide asbakken.
Voor mijn leven zijn dit soort termen net zo relevant als de uitdrukkingen ‘Ik voel het nou eenmaal zo,’ ‘Rechtsdraaiend melkzuur’ en ‘Baan om de zon.’