Een kleine mol

Na een paar dagen trok de moedeloosheid weg.
Moedeloosheid blijkt heel vermoeiend te zijn.
Misschien is het een kwestie van oefening.

Op donderdag beëindigde ik het hoorcollege voortijdig, omdat ik naar een lezing van Grunberg wilde. Ik overwoog dat te vertellen aan de honderdveertig eerstejaarsstudenten, maar kwetsbaarheid is niet mijn sterkste punt. Om dezelfde reden trek ik voor elk hoorcollege een pak aan.

Vanaf het station fietste ik naar de boekhandel in het Haagse stadhuis. Ik kocht Tirza, het nieuwe boek van Grunberg, en stapte in de lift naar de tiende verdieping.

Aan een statafel, tegenover twee vrouwen, las ik de eerste pagina’s. De ene vrouw zei tegen de andere dat bij dit soort gelegenheden vooral vrouwen van boven de veertig kwamen. Het klonk afkeurend, maar het kon ook ironie zijn geweest. Bij sommige mensen valt dat samen. Ik keek naar de vrouw. Overmatig gebruik van de zonnebank had haar leeftijd ontraceerbaar gemaakt. Het kon een oudere vrouw zijn die probeerde jonger te lijken – of een jonge vrouw die er uit zag als een oude vrouw die probeerde jonger te lijken. Als uiterlijke verzorging bedoeld is om de werkelijke leeftijd te maskeren, dan was de vrouw daarin geslaagd.

Ik las de eerste bladzijden van Tirza. Ze waren een beetje teleurstellend. Te gewoon. Ik had jarenlang gewacht op een boek van Grunberg met een normale hoofdpersoon, maar ik blijk toch minder geïnteresseerd te zijn in normale personen dan ik dacht.

Na dertien pagina’s bleef ik hangen bij deze zin: “Ergens moesten ambities in uitmonden.” Op zich geen bijzondere zin, maar ik was nog herstellend van mijn moedeloosheid – en die draaide om ambities, realiseerde ik me.

Jarenlang weigerde ik het woord ambitie op mezelf toe te passen. Ik liet het me aanleunen als andere mensen mij ambitieus noemden. Me laten aanleunen is een van mijn gaven. Valse bescheidenheid is een andere. Ik zoek nog een beroep waarin die gaven tot volle bloei kunnen komen.

Een kort overzicht:
Ik wil een vrouw.
Ik wil een kind.
Ik wil een omhoogvallende baan – waarbij ‘willen’ in dit geval betekent: ik verzet me er niet tegen.
En nu ook nog een boek.

Blijkbaar heb ik ambities. En die moeten ergens in uitmonden, stond op pagina 13 van Tirza.

Grunberg las het eerste hoofdstuk voor.
Het bouwde langzaam op. Na een half uur was ik verkocht.
Ik had terecht gewacht op een normale hoofdpersoon.

Na afloop sloot ik aan in de rij om mijn boek te laten signeren.
Toen ik aan de beurt was, stak ik mijn hand uit.
Arnon moest zijn pen overnemen met zijn linkerhand om me de hand te kunnen schudden.
‘Hallo,’ zei ik.
‘Hallo,’ zei Arnon.
Hij had zeer zelfverzekerd voorgelezen en de stupide vragen uit het publiek beantwoord, maar nu deed hij me ineens denken aan een kleine mol wiens ogen maar niet willen wennen aan het daglicht.
Ik vroeg: ‘Zou u willen schrijven: Ergens moeten ambities in uitmonden.’
‘Heel goed,’ zei Arnon – en hij kraste in twee seconden de tekst op de titelpagina.

[[popup:IMG_2293.jpg:(thumbnail)::center:0]]

Toen ik buiten kwam, duurde het even voor ik weer aan het daglicht gewend was.