Fractal

Vakgroepoverleg. Ik schuifel achter mijn collega’s naar binnen. Meteen na de deur staat een vreemde man. Grote buik, bretels en oorbel. Hij kijkt opgewekt en geeft iedereen die binnenkomt een hand.
Als ik aan de beurt ben, voel ik hoe mijn hand verdwijnt in een soort barbapappa-achtige vleesmassa aan het uiteinde van zijn arm.
Ik kijk hem aan en wacht tot hij zich voorstelt.
Op zulke momenten besef ik dat ik niet weet wat de etiquette voorschrijft over wie zich aan wie moet voorstellen. Ik neem me steeds voor het betreffende voorschrift toch eens na te vragen. Tijdens deze overwegingen blijkt de man zijn naam genoemd te hebben, die ik dus niet heb geregistreerd. In de ergernis die daarop volgt vergeet ik meteen dat ik van plan was om nu eindelijk eens het voorschrift na te vragen. En vervolgens vergeet ik waar ik me eigenlijk aan ergerde. Als ik aan de vergadertafel ga zitten, is er van het voorval niet meer over dan een echo van ongemakkelijkheid.
Dit patroon werkt al jaren prima voor me. Je hoeft geen incestslachtoffer te zijn om de vruchten te plukken van selectief geheugenverlies.
De man overhandigt mij een brochure over RSI, een blaadje met Dos en Don’ts en een folder met de titel Vergeet je lijf niet.
Ik vergeet mijn lijf regelmatig. Het zijn mijn gelukkigste momenten. Een bestaan zonder zwaartekracht.

De professor opent de vergadering.
‘Ik geef meteen het woord aan onze bezoeker, euh,’ hij buigt voorover en bestudeert een moment zijn aantekeningen. ‘Han van Brummelen.’
‘Nou, ik ben dus Han van Brummelen,’ zegt de man. Hij kijkt even lachend rond. Niemand reageert.
‘Ik heb jullie zojuist enkele papieren gegeven over ons Arbo-beleid. En ik zal het maar meteen zeggen, het spijt me heel erg, maar ik doe niks.’
Weer kijkt hij lachend rond, alsof hij iets ondeugends heeft gezegd.
Mensen bladeren gelaten door de brochures, ondertussen kauwend op broodjes kaas en corned beef. Deze keer geen cervelaat.
‘Ja, ik zeg het maar zoals het is. Wat ik bedoel is: Jullie werken hier. Jullie moeten het dus doen. Ik kan jullie alleen maar helpen met advies.’

Ik kijk naar Han van Brummelen en herinner me de opening van de cursus met de Mannen van Miljard. Mijn baas, een Britse hoogleraar en ik hadden ons voorgesteld. Daarna hield de Britse hoogleraar een omstandig verhaal over de opzet van de cursus. ‘Ik zal heel eerlijk zijn,’ zei hij. ‘Wij gaan jullie niet vertellen hoe het moet. Jullie moeten het doen. Wij kunnen jullie alleen faciliteren.’ Ook hij zei het lachend, alsof het ondeugend was. Ook toen reageerde niemand.
Ik ben in een soort fractal beland. De schaal is met negen nullen vergroot, maar het patroon is precies hetzelfde.

Wordt vervolgd.