Productiedwang

Er stonden twee mensen te wachten bij de lift in een Amsterdams gemeentekantoor. Ik ging er naast staan. Langzaam sloten ook andere mensen zich aan. Telkens als er een nieuw iemand arriveerde, vroeg deze iets in de trant van: ‘En? Ligt ‘ie nog steeds op zijn gat?’ Of: ‘Is het alweer in de lucht?’
    Niemand wist het antwoord.
    ‘Ik heb er gisteren twee kunnen uploaden, daarna werd ik eruit geflikkerd omdat mijn credentials zogenaamd onjuist waren,’ zei een man.
    De vorige dag bleek Het Systeem onderuit te zijn gegaan. Het was niet duidelijk wat Het Systeem deed.
    ‘Als het er nog een dag uit ligt, dan word ik helemaal gek,’ zei een vrouw.
    ‘Dan ga ik meteen naar huis,’ zei een ander op verslagen toon, alsof Het Systeem dan had gewonnen.

Ooit werkte ik als vakantiekracht in de pershal van een autofabriek. Tussen de vaste jongens gold een code: minimaal een keer per dag moest Het Systeem plat. In dat geval was Het Systeem een persstraat: een rij hydraulische persen, elk een meter of tien hoog. Tussen sommige persen stonden wij, tussen andere stonden robots. Wij en de robots gaven stukken plaatstaal door van de ene pers naar de andere. In een strak ritme. Aan het einde van de staat had je dan een motorklep. Of een onooglijk balkje dat ergens anoniem in het chassis zou eindigen.
    De jongens hadden allerlei trucs om hun sabotage uit te voeren. Als je bijvoorbeeld te weinig smeerolie op het plaatstaal spoot, dan bleef hij klemzitten in de mal. Gevolg: een alarmgeluid, een zwaailicht en een voorman die kwam schelden. Het losmaken van het plaatstaal van de mal was een technische klus. De mallen waren erg kostbaar, dus wij mochten er niet aankomen. Het duurde altijd een poos voor er iemand arriveerde van de technische afdeling. De bemanning van een hele straat zakte onderuit of ging roken. Dat mocht toen nog op de werkvloer. Tijdens nachtdiensten knapten we soms een uiltje. De straat naast ons keek dan jaloers toe, maar ze wisten: over een uurtje gaat hier de zaak plat.
    In het laatste jaar dat ik er vakantiewerk deed, doken de eerste Japanners op. De auto’s, maar ook de mensen. Ze liepen rond met klemborden en stopwatches. De Japanners hadden snel door waar de winst te halen was. Toen ze de fabriek overnamen, werd de pershal volledig geautomatiseerd.

In de autofabriek was het stilleggen van Het Systeem een overwinning voor de werkvloer. In het Amsterdamse gemeentekantoor leidde de werkonderbreking tot wanhoop van de werkvloer. Geen scheldende voormannen, maar zuchtende werknemers. Een van de mooiste ontdekkingen van managementonderzoek uit de twintigste eeuw is dat je mensen productiedwang kunt laten internaliseren.