Zakenreis (slot)

(Wat er voorafging.)

De volgende ochtend begon de bijeenkomst die werd aangeduid als “EU ministerial conference”. Aan een Nederlandse ambtenaar vroeg ik wie er namens Nederland aanschoof: Verhagen of Opstelten.
    ‘Geen van beide,’ zei hij.
    Toen vroeg ik hoeveel ministers er dan wel waren.
    Hij schatte een stuk of vijf.
    De gedachte dat de meeste ministers geen tijd hadden voor een ministersconferentie in Balatonfüred, vond ik geruststellend.

Eurocommissaris Kroes was er wel. Het onderwerp van de conferentie viel onder haar portefeuille en ze zou de openingstoespraak verzorgen.
    Bij het ontbijt zei mijn vrouw: ‘Misschien mag je Kroes wel een hand geven.’ Ze is een zelfverklaard bewonderaar van Kroes.
    Eerst zou Eurocommissaris Kroes spreken, dan een rechterhand van Obama en dan ik. Zo had ik het vooraf verteld aan mijn ouders, aan collega’s en aan wie het verder maar wilde horen.
    In de praktijk bleef de rechterhand van Obama ongezien. Achter de schermen werd onderhandeld over enkele afspraken tussen de EU en de VS. Ook Kroes verdween meteen na haar toespraak. De spreektijd van de rechterhand werd overgenomen door een mevrouw die overkwam als een stagaire.
    Toen was ik aan de beurt. De presentatie verliep naar wens. Sinds mijn onderzoek ook statistische technieken omvat, ben ik verslaafd geraakt aan puntenwolken en staafdiagrammen. Het maakt presentaties bijna tot een soort zelfmedicatie.
    Na mij volgde een paneldiscussie. Inmiddels liepen we achter op schema en de voorzitter maande de sprekers tot bondigheid.
    Een Amerikaan rondde zijn betoog af met de mededeling: ‘Ik wil even zeggen dat ik vanwege de tijd al mijn grappen heb weggelaten’.
    Een Brit opende met: ‘Ik was eigenlijk van plan om een lang oeverloos betoog te houden. In plaats daarvan houd ik nu een kort oeverloos betoog.’

Aan het einde van de middag was ik door mijn visitekaartjes heen. Dat leek me een goed moment om te vertrekken. Ik ontmoette mijn vrouw op het kleine treinstation van de badplaats. Het eerste dat ze vroeg was of ik Kroes een hand had geschud. Dat was niet zo. Daarna vroeg ze: Wat had Kroes aan? Na mijn omschrijving constateerde ze opgelucht: ‘Ze is altijd goed gekleed.’ Naarmate helden schaarser zijn, neemt de tolerantie voor hun misstappen af.

Een paar uur later arriveerden we in Budapest. Tijdens het diner werden we verrast door de kwaliteit van de Hongaarse wijn.
    Mijn vrouw zei: ‘Als we ooit zijn uitgepraat, kunnen we misschien samen in de wijn.’
    Dat idee sprak me aan. Risico’s moeten gespreid worden. Het is onverstandig om alles te zetten op het verlangen naar elkaar. Een gezamenlijk verlangen naar wijn leek me een conjunctuurbestendige aanvulling op het portfolio.