Voltrekking

Er zat schoensmeer op het manchet van mijn huwelijksoverhemd, toen de getuige aanbelde. Hij kwam binnen en vroeg of ik klaar was. Ik begon de schoenen glanzend te wrijven. ?Bijna,? zei ik. ?Alleen nog even mijn stukje afmaken en printen.?

De VIHB en ik hadden afgesproken dat we iets tegen elkaar zouden zeggen. Het begon als idee om een toespraak van de dienstdoende ambtenaar te omzeilen. Bij sommige vrienden lopen de rillingen nog steeds over de rug als ze terugdenken aan de toespraak die zij van staatswege ontvingen bij hun huwelijksvoltrekking. Veel metaforen over zeereizen ? woelige baren, in hetzelfde schuitje zitten, koers houden; dat werk. De VIHB vreesde vooral de ambtelijke humor ? kwinkslagen over ?moetjes? in het bijzonder.

Wij zouden dus zelf iets zeggen. De VIHB was eerst niet helemaal overtuigd, bang dat ze het na afloop bespottelijk zou vinden wat ze had gezegd. Maar zelf niets zeggen en ook geen ambtelijke toespraak toestaan, was geen optie. Zo?n half uur moet toch vol.

Ik verheugde me erop. Ik fantaseerde over opwellende tranen in de ogen van de VIHB en over ouders die elkaar zouden aankijken en over handen die elkaar zochten, overal in het publiek. Dat is de ijdelheid van het webloggen ? denken dat je naar believen emoties kan oproepen, omdat een paar mensen eens iets aardigs in de reacties hebben achtergelaten. Wat ik vergat, is dat emoties meestal een onverwacht bijproduct waren van een verhaal over iets anders. Fantaseren en vergeten zijn twee woorden voor hetzelfde.

Ik trok mijn glanzende schoenen aan en ging achter de computer zitten. Mijn getuige merkte op dat ik mooi op tijd was. Ik zei dat we pas over twintig minuten in het stadhuis hoefden te zijn.

Ik liep nog eens door het stukje heen. Het zat me niet helemaal lekker. Vooral het slot miste iets. Een snik of een opwellende traan. De getuige zei dat we nu toch echt moesten gaan. Zijn auto stond voor. Ik zei dat hij even stil moest zijn, omdat ik me moest concentreren.

Meer dan wat woorden schuiven zat er niet in. Ik stuurde de tekst naar de printer en trok mijn colbert aan. De VIHB was al klaar. Haar tekst had ze ?s ochtends vroeg geprint. Ze had aangekondigd dat het een serieus verhaal zou worden ? omdat ze nou eenmaal serieus is. Zoals zij het uitspreekt klinkt het als een tekortkoming.

We stapten in de auto, een kwartier voordat de plechtigheid zou starten. Het is maar een klein eindje naar het stadhuis ? op de fiets, tenminste. Met de auto was het dankzij twee verkeersovertredingen ook een klein eindje. Bleek. De getuige bleef rustig, voor zijn doen.

Om vijf voor twee kwamen we het stadhuis binnen. Naast de ingang stond een Aziatische familie romantische trouwportretten te maken. De fotograaf had speciale doeken meegenomen waarvoor mensen moesten poseren.

Een handvol mensen stond bij de trap. Ik vroeg me af of ik iedereen moest groeten, maar besloot te glimlachen en af en toe hallo te zeggen. Mijn maag meldde dat er inmiddels sprake was van nervositeit. Halverwege de trap wilde ik iets tegen de VIHB zeggen, maar die bleek nog aan het begin van de trap te zijn. Ik liep weer terug naar beneden en verontschuldigde me. Langzaam schreden wij naar boven.

(Morgen verder.)