Niek (slot)

Eerder: zie gisteren.

De dochter van Niek haalde adem en begon zacht een briefje voor te lezen. Een teder stemgeluid vulde het schemerige kerklichaam. Voor het eerst tijdens de mis praatte iemand als een normaal mens. Tot dan toe hadden de sprekers elke lettergreep apart moeten benadrukken om boven de galm uit te komen van hun eigen luide voordracht.

Ze vertelde over het leven van haar vader. Terwijl ik naar haar luisterde, huiverde ik bij de gedachte aan het moment waarop ik mijn eigen vader moet gedenken. Ik moet ook altijd de stukjes maken voor familiebruiloften. Die worden vervolgens door enkele dronken ooms uitgevoerd. De stukjes zijn zonder uitzondering waardeloos. Ik probeer steeds te weigeren, maar de ooms zijn nogal gehecht aan de stukjes. Van het stukje dat ik voorlas bij mijn eigen bruiloft ben ik na afloop drie dagen humeurig geweest. Te gekunsteld. Te lichtvoetig. Te nietszeggend. Weken later beweerde iemand dat bij mijn vader, die tijdens het voorlezen achter me zat, de tranen over de wangen liepen.

Ik wachtte gespannen op de dramatische wending in het verhaal, maar de dochter van Niek hield het eenvoudig. Een chronologie, meer niet. Een keer stokte haar stem. Ze nam een slok water. Weer stokte haar stem. Ze zuchtte. En toen ging het verhaal weer verder, haar stem kalm alsof ze het stukje voor de spiegel aan het oefenen was. Ik kreeg enorme behoefte om te huilen. Het leek nog het meest op jeuk op een plaats waar ik niet bij kon.

Toen was ze klaar en verliet ze het altaar. Ik zuchtte van opluchting en ging even verzitten. In de kerk gingen tientallen mensen even verzitten.

Iedereen pakte het blaadje en keek bij welk gebed in comic sans we gebleven waren.
    Het laatste deel van de mis besteedde ik aan de vraag wat ik zo meteen moest zeggen tegen de dochter van Niek. Een van de beslispunten was of ik me eerst nog moest verontschuldigen voor het niet terugbellen, of dat het er niet toe deed. In bepaalde opzichten zijn schuldgevoelens en megalomanie erg verwant.

En dan was er nog de rest van het gezin. Vroeger ben ik een paar keer bij hen langs geweest. Daarom leek ?gecondoleerd? me toch echt te mager ? dat past alleen bij onbekenden. Bovendien lijkt ?gecondoleerd? te veel op ?gefeliciteerd.? Het zijn allebei rare woorden ? een voltooid deelwoord zonder hulpwerkwoord en in een vorm waaraan geen 'ik' aan voorafgaat.

De mevrouw die de mis leidde zei dat tot slot ook nog een collega van Niek iets zou zeggen. Een man beklom het altaar en knoopte zijn colbertje dicht. Er volgde iets over dat Niek een fijne collega was geweest. Hij besloot met de zin: ?Ik had Niek best iets meer gegund.?
    De onvriendelijkheid van de dood is soms een zwaktebod vergeleken met de vriendelijkheid van de levenden.

Daarna werd de mis besloten en riep een meneer met ferme stem diverse logistieke instructies aangaande het condoleren. Een van de instructies verbood het aanknopen van gesprekken met de nabestaanden. Een paar honderd mensen wachtten immers op hun beurt.

Na een half uur was ik vooraan in de rij. De dochter keek me verrast aan en zei dat het heel lief was dat ik gekomen was. Ik zei dat ik het heel mooi vond, wat ze had gezegd over haar vader.
    ?Dank je,? zei ze. ?Ja, jij hebt daar ervaring mee.?
    ?Ja,? zei ik. En vroeg me af wat ze bedoelde. Mijn bruiloft misschien. De logistieke instructies indachtig schuifelde ik glimlachend verder.

Ik kwam aan bij de moeder. Ze zat voorovergebogen op een stoeltje.
?Dag mevrouw,? zei ik.
Ze keek me even onderzoekend aan, sperde toen haar ogen wijd open en kwam moeizaam overeind.
?Mies,? zei ze. ?Wat leuk.?
?Op jou hadden we nou echt gehoopt,? zei haar andere dochter, die naast de moeder stond en me inmiddels ook had gezien.
Enige incoherente gedachten ontregelden mijn vermogen om zinnen te formuleren.
?Ja,? zei ik. Toen besefte ik hoe ongepast dat antwoord was.
Ik keek in twee glimlachende vrouwengezichten.
Even bleef het stil.
Toen schudde ik de hand van de moeder en zei: ?Gecondoleerd met uw man.?
Haar gezicht verstrakte.
Ik liet haar hand los.
We keken nog even naar elkaar en toen schuifelde ik verder.
Richting uitgang.