Kruising (slot)

Eerder: 1, 2, 3.

De ambulance arriveert en voert de vrouw binnen enkele minuten af.
Mijn nutteloze positie naast het slachtoffer is verdwenen en ik raak op drift.

Een vrachtwagen komt langs om twee gesneuvelde verkeersborden en diverse losse auto-onderdelen af te voeren.
Een keukenjongen van een nabijgelegen hotel veegt de straat schoon.
Het ongeluk blijkt voor de meeste partijen een logistieke aangelegenheid te zijn.
Met een zekere schoonheid.
Iedereen weet precies wat te doen.

Iedereen, behalve ik en de mijnen.
Maar ik hoef het ook niet te weten, het gaat vanzelf.
De auto’s staan op de sleepwagen.
De agent neemt mijn papieren in en geeft me een kaartje van de sleepdienst voor de verzekering.
Ik krijg een tijdstip waarop ik me op het politiebureau moet melden.
Ze bieden ons een lift aan naar het dorp.

Niemand is boos op me.
Niemand vraagt iets aan me.
Als we in de politieauto wegrijden is het kruispunt schoon en rijdt het verkeer weer verder.

Het duurt nog een paar uur tot de verhoren beginnen.
In een café bel ik mijn vader en het alarmnummer van het autoverhuurbedrijf.
De Franse jongen die me te woord staat verzekert me dat hij zijn uiterste best gaat doen om meteen een nieuwe auto te regelen.
Ik hoef geen auto, zeg ik. Ik wil dat die vrouw geholpen wordt. Dat jullie alles voor haar regelen.
Hij begrijpt niet wat ik bedoel.
Ik hang op.

Dan zit ik daar.
Voor me een glas Orangina, naast me mijn vrouw en dochter.

Twee uur later beginnen de verhoren.
Ze zullen vier uur duren.
Men geeft aan dat een onderzoeksrechter moet beslissen of ze me laten gaan.

Ik ben ongerust en uitgeput.
De vrouw heeft twee jonge kinderen die toevallig niet in de auto zaten.
De dreiging met straf voelt bijna aangenaam.
Boetedoening.
Eindelijk is iemand geïnteresseerd in mijn schuld.

Dan komt het bericht dat de onderzoeksrechter me laat gaan met een boete, omdat de vrouw die avond al naar huis mag uit het ziekenhuis.
Ik omhels mijn vrouw.
De rest zien we later wel.